DE GESCHIEDENIS
Langs de rivier de Sieve ontstaan op niet al te grote afstand van elkaar diverse centra wier oorsprong tot ver in de tijd teruggaat en die gediversifieerd zijn. Belangrijke gebieden waar Etrusken woonden worden in de Romeinse tijd de zetel van kolonies en kleine plaatsjes. De middeleeuwse voorname families, de Guidi en Ubaldini, begonnen al vrij vroeg met de Gemeente Florence, die zich aan het uitbreiden was en dus naar nieuwe gebieden zocht, te concurreren. Vanaf het jaar 1300 maakte deze streek dus opnieuw een belangrijke ontwikkeling door, dankzij het strategische en economische belang van het Mugello-dal voor de stad Florence.
De Medici, afkomstig uit de Mugello, en Lorena-familie maakten er hun visitekaartje van door grote sommen geld te besteden aan het bestendigen van hun aanwezigheid in de buurt van Florence. Belangrijke gebouwen, vestingwerken, kastelen, villa’s en herenhuizen zijn overgebleven uit deze eeuwen om de ontwikkeling van de Mugello te documenteren. Ook de kunstzinnige en culturele geschiedenis van Florence treft in dit gebied uiterst belangrijke elementen aan voor haar ontwikkeling. Kunstenaars als Giotto en Beato Angelico zijn hier geboren; belangrijke architecten werkten hier aan de bouw van “ommuurde plaatsen”; de landschapselementen die aangetroffen worden op vele Florentijnse schilderijen vinden hier hun beeldende achtergrond.
DE OMGEVING
Het grondgebied van de Unione Montana verenigt twee geografische gebieden: de “echte” Mugello en de noordelijke Mugello of het Romagna-gedeelte van Toscane. Het Mugello-dal, waar de plaatsen Scarperia e San Piero, Barberino di Mugello, Borgo San Lorenzo, Vicchio en Dicomano liggen, bevindt zich in het centrale bovengedeelte van het hydrografische bekken van de Sieve: het is een ruim dal dat ten noorden begrensd wordt door de belangrijkste scheidslijn van de Apennijnen (van Monte Citerna tot Giogo di Villore), ten zuiden door de uitlopers van Monte Giovi en Monte Senario, ten westen door de Monti della Calvana waarachter zich de provincie Prato uitstrekt.
Het Mugellaanse landschap is gevarieerd: dicht struikgewas op de bergkammen, het rijk van everzwijnen, reebokken en vossen, maar ook kastanjebossen en olijfboomgaarden, grote delen vlak land van de oude terrassen die begrensd worden door met graan en zonnebloemen bebouwde hellingen en de vruchtbare valleikom waar de belangrijkste plaatsen en verbindingswegen zich bevinden.
Ten noorden, tussen de bergkammen van de Mugello en de passen die afdalen richting Bologna en de Romagna, in het noordelijke deel van de bekkens van de rivieren Santerno, Senio en Lamone, ligt de noordelijke Mugello met de plaatsen Firenzuola, Palazzuolo sul Senio en Marradi. De grote keien en toppen, ook al zijn ze niet hoger dan rond de 1000 meter, tekenen zich als massieve, hier en daar zelfs imposante coulissen en profielen af. Het panorama wordt gedomineerd door ongerepte bossen met beuken-, kastanje- en eikenbomen, grote weiden die soms door jeneverstruiken en zwerfstenen worden onderbroken. De zuiverheid van het water en de welige oevervegetatie van deze dalen vormen de juiste habitat voor zeer vele soorten vogels en vissen. Het klimaat is een tussenvorm tussen het rigide Po-vlakteklimaat, waar de koude winden die van de uitlopers van de Alpen komen vrij waaien, en het mildere mediterrane klimaat, dat het centrale gedeelte van Italië karakteriseert.
Het Mugello-dal, direct onder de hoogste kammen van de bergketen, is vaak een punt waar de koude tramontane de vochtigwarme zuidwesten- en westenwinden en de sirocco ontmoet. In de winter zorgt de tramontane ervoor dat de mist, die door de genoemde winden wordt aangevoerd, wordt weggeblazen, in de zomer dat de soms vochtige warmte die deze aanvoeren wordt getemperd.
DE GERECHTEN
In deze Toscaanse streek tussen Florence en Bologna kan de reiziger een keuken en rijkdom aan producten van het land ontdekken waarvan de authenticiteit en traditie in de loop der tijd zeker niet aan belang hebben ingeboet. De typisch Mugellaanse gerechten zijn niet talrijk, maar wel belangrijk; de “natuurlijke” smaak overheerst, omdat ze met traditionele aroma’s worden bereid en nooit met “rijkere” ingrediënten zijn vermengd, waar vandaag de dag nog al eens misbruik van wordt gemaakt. Voorbeelden van typisch lokale gerechten zijn de “tortelli di patate” (met aardappel gevulde tortelli), tagliatelle met paddestoelen, everzwijn of haas, meelpap, soepen, geurige minestrones en moesen. In de Mugellaanse keuken is een belangrijke rol weggelegd voor vlees: twee duimenhoge T-bonesteaks, maar ook varkensrib en saucijzen, gevuld konijn en de bijzondere gekookte eend. De plaatselijke kaas is pecorino, 100% schapenkaas of met een deel koeienmelk erin; de groenten bij het hoofdgerecht zijn bijvoorbeeld witte bonen in olijfolie, allerlei soorten groente uit de moestuin, uiterst smakelijk gefrituurd (artisjokken, aubergines, courgettebloemen).De zoetigheid is eenvoudig, zoals bijvoorbeeld de roosmarijnbroodjes (“pan di ramerino”), brood met druiven (“schiacciata con l’uva”) en de overbekende vlaaien met diverse soorten marmelade of de taart of pudding van Marradi, die wordt bereid met de heerlijke plaatselijke kastanjes met het I.G.P.-keurmerk, de beschermde geografische aanduiding.